De uitzendbranche staat aan de vooravond van een ingrijpende verandering. Vanaf 1 januari 2026 treedt de nieuwe cao voor uitzendkrachten in werking. Deze cao, afgesloten door ABU, NBBU en vakbond LBV, heeft als hoofddoel het creëren van meer gelijkwaardigheid tussen vast en flexibel personeel.
Voor u als inlener (opdrachtgever) betekent dit een fundamentele verschuiving. De vertrouwde 'inlenersbeloning' verdwijnt en maakt plaats voor een verplicht systeem van 'gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden'. Dit vraagt om actie!
Hieronder de drie belangrijkste wijzigingen waar u als inlener direct mee te maken krijgt.
1. Einde van de Inlenersbeloning: Gelijkwaardige Arbeidsvoorwaarden Verplicht
Dit is de meest impactvolle wijziging. Tot nu toe moesten inleners een beperkt aantal looncomponenten (de 'inlenersbeloning') van hun eigen cao toepassen op de uitzendkracht. Vanaf 2026 gaat dit veel verder:
-
Volledig Arbeidsvoorwaardenpakket: Uitzendkrachten krijgen recht op een arbeidsvoorwaardenpakket dat minimaal gelijkwaardig is aan dat van uw vaste medewerkers in een vergelijkbare functie.
-
Wat telt mee? Niet alleen loon en toeslagen, maar ook:
-
Extra vakantiedagen (bovenop het wettelijk minimum).
-
Eindejaarsuitkeringen, bonussen of winstdeling.
-
Reiskosten- en thuiswerkvergoedingen.
-
Bedrijfsgebonden extra's (denk aan een fietsplan of sportabonnementen).
-
-
Uw Actie: U bent verplicht om de volledige informatie over al deze (cao-gebonden en bedrijfsgebonden) arbeidsvoorwaarden tijdig en volledig aan te leveren aan het uitzendbureau. Zonder deze transparantie kan het uitzendbureau de uitzendkracht niet correct belonen en loopt u risico op aansprakelijkheid.
2. Hogere Kosten door Nieuwe Pensioenregeling
De pensioenregeling voor uitzendkrachten (StiPP) wordt fors verbeterd, wat leidt tot hogere kosten voor de werkgever (het uitzendbureau) en daarmee in veel gevallen een stijging van het inhuurtarief:
-
Stijging Werkgeverspremie: De werkgeverspremie stijgt van 8% naar 15,9%.
-
Startdatum: Uitzendkrachten bouwen vanaf dag één pensioen op (dit was al eerder afgesproken en gaat ook per 2026 in).
Uw Actie: Houd rekening met een algemene kostenstijging voor de inhuur van uitzendkrachten, naar schatting gemiddeld 3-5% voor de normale uren. Dit is een investering in de toekomst van flexkrachten, maar vereist wel aanpassing van uw budgetten en tariefafspraken.
3. Verkorting Fase B en Langere Onderbrekingstermijn
De regels rondom tijdelijke contracten (fasering) veranderen, wat de doorstroming naar een vast contract versnelt en de flexibiliteit van het uitzendbureau beperkt:
-
Fase B Korter: Fase B wordt ingekort van 3 jaar naar 2 jaar (maximaal 6 tijdelijke contracten). Uitzendkrachten bouwen hierdoor sneller rechten op.
-
Onderbrekingstermijn: De tussenpoos tussen twee contracten wordt verlengd van 6 maanden naar 5 jaar (60 maanden). Keert een uitzendkracht binnen 5 jaar terug bij hetzelfde bureau, dan stroomt hij of zij in in dezelfde fase of in een vaste fase (Fase C).
Uw Actie: Bespreek met uw uitzendbureau vroegtijdig het vervolgperspectief van uitzendkrachten in Fase B. De kortere termijn vraagt om een snellere beslissing over het aanbieden van een vast dienstverband of het beëindigen van de inhuur.